Verlaten en verloren
Met een hand boven zijn ogen
Staat hij daar gebogen
Te kijken naar de horizon
Het avondgloed streelt zijn gezicht
Verzacht zijn streven
En verblindt tevens voor even
Alle hokjes die hem vormen
Maar dan richt zijn blik
Weer op de baan
Gaat hij in positie staan
Pakt gretig zijn golfclub
Bij elke zwiep verliest hij
Steeds meer zijn werkelijkheidszin
Immers, in één keer erin
Is het enige dat telt