Ik houd ervan hoor. Dromen. Denken. Dwalen. Uren, soms zelfs dagen vul ik ermee. Vervallen in het niets, in een onherkenbare barrière. Een wereld, waar de grootste creaties van mijn hand mogelijk zijn. Waar de regels niet verder reiken dan ‘alles mag’. Gedachtes die oneindig diep vallen om net wanneer ze op het punt staan door de grond verplettert te worden, opgepakt te worden door de zucht van mijn wind die ze een nieuw leven inblazen. Daar houd ik van.
Maar tegelijkertijd beangstigt het me. Dromen zijn tijdloos. Realiteit niet. Terwijl de wereld doordendert als een razende trein, sta ik stil op een landweggetje dat zijn eindstation niet kent. De wereld leeft. De wereld ontwikkelt. De wereld revolutioneert. De wereld weet wat ‘ie wil.
Ik niet. Sprookjes spelen zich af in mijn hoofd, gekluisterd aan mijn eigen wereldje in onuitgesproken woorden terwijl ik loop op bloesemblaadjes en praat met kikkers die in prinsen veranderen. Hoezeer is het mogelijk? Hoezeer brengt het je ergens? En hoezeer is dat belangrijk? De dromen zijn mijn toekomstmuziek, de feestjes van al mijn dagen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten