woensdag 22 september 2010

Haar eigen droomvent.

De rood opgelichte cijfers van haar oude wekkerradiootje lieten haar weten hoe laat het al was, maar ook hoe verschrikkelijk lang het nog duurde voordat ze weer herinneringen met hem kon ophalen, om weer glinsterende lichtjes in zijn stralende ogen te zien.

Arm in arm zouden ze door de straten slenteren. haar hoofd leunend op zijn schouder. Trots zouden ze weer samen lopen, zij met haar rode sjaal en bijpassende rode pumps, hij met zijn donkerbruine trui en zijn eeuwige warrige haar, dat iedereen van hem gewend was. Perfect. Zij zou hem van alles vertellen over haar tripje naar Parijs dat haar ouders haar cadeau hadden gedaan, waar ze net zo chique als menig ander Francoise had bijgelopen en de enorme, inspirerende cultuur had opgesnoven. Hij zou haar vertellen over de survivalkampen voor kinderen tot en met twaalf jaar, die hij dit jaar voor de eerste keer geleid had. Ze zouden lachen, genieten, gelukkig zijn.
Rond een uur of vijf zouden ze moeten rennen door de regen, op zoek naar een droog plekje. Kletsnat zouden ze aankomen in zijn lievelingscafé, waar zij hem de eerste keer was opgevallen. Hij zou dit verhaal vertellen, zij zou haar ogen neerslaan en blozen met haar wangen rood. Hun vingers zouden in elkaar verstrengeld raken, tijd zou voor even geen rol meer spelen. Ze zouden een plaatje zijn, zo eentje die je alleen in dure tijdschriften ziet.
Ze zouden na de rekening gevraagd te hebben, een avondwandeling maken langs de rand van het bos. E zouden een rustig plekje op zoeken en elkaar steeds complimentjes in de oren fluisteren. Hij zou een arm om haar een slaan, ze zouden elkaar blijven zoenen en genieten van de nacht, van elkaar en van de volle maan. Ze zouden rond een uur of elf met een lange zoen en met ‘Ik wil je nooit meer zo lang niet zien’, ‘’Welterusten, slaap lekker’ en een ‘Ik hou van je’ afscheid nemen voor die dag. En beide zouden inslapen met de gedachte dat ze elkaar morgen weer zagen.

Dat alles zou gebeuren, dat wist ze zeker.
Dat voelde ze met heel haar hart, maar dat duurde nog zo’n vijf dagen.
Vijf volle, lange dagen nog. Nog maar een dikke 120 uur. Oneindig lang.
Ze knipte haar lichtje aan en keek naar het groene lijstje waar een foto van hen beiden inzat. Twee gelukkige gezichten keken haar aan. ‘Nog maar even schatje’, mompelde ze.
Ze knipte het lichtje weer uit, ze nestelde zich in haar warme deken en droomde van haar eigen droomvent.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten