woensdag 27 april 2011

Hij was verliefd op zijn vrijheid.

Terwijl het zweet van zijn voorhoofd afgutste, legde hij zijn hand om zijn koele bierglas heen en nam een slok. Hij keek, nadat hij zijn nu halflege glas neerzette, bedenkelijk naar de naam van het café waar hij zich bevond. ‘Nooitgedacht.’ ‘Sorry, zei U iets meneer?’ De ober keek hem vragend aan, terwijl hij de rekening aan hem presenteerde. ‘Nee niets, dank U, ik was even in gedachten verzonken.’ Hij legde de muntstukken neer op de houten tafel, voordat hij zijn stoel aanschoof en met zijn fietshelm naar de uitgang snelde. Het café zag er van voren nog precies zo uit, zoals hij het zich herinnerde. Een heel jaar was al voorbij, hij herinnerde het zich alsof het gisteren was.

Ze zat op de boulevard. Haar bruine benen bungelde over de railing, haar krullend haar bewoog mee met het ritme van de wind. Ze betoverde hem, al voordat hij haar gezicht gezien had. Alsof ze zijn gedachten had gehoord, draaide ze haar hoofd naar zijn richting. ‘Heerlijk weertje, vind je niet?’ Versteld van haar openingszin, kwamen zijn eerste woorden naar haar er maar wat schuchter uit, terwijl hij snel zijn fietshelm van zijn hoofd haalde. Later hoorde hij dat zij dat juist het leukste aan hem had gevonden. Hij kwam naast haar zitten en hun woorden deinden mee op de golven van de zee onder hen. Zonder het te beseffen veranderde de lucht om hen heen en begon het grote druppels te gieten. Zij pakte haar schoenen en hij pakte haar hand voordat ze het op een rennen zetten. Het eerste de beste café renden ze naar binnen, druppels veegden ze van hun gezichten af terwijl de lach die op hun gezichten al sinds het begin van hun ontmoeting gemetseld was, steeds groter werd. ‘Café Nooitgedacht, wat een toepasselijke naam’ grapte ze, terwijl ze haar natte haren op haar hoofd vastbond. Tijd verstreek, steeds meer drankjes werden naar hun tafel gebracht en vergelijkingen vielen. Tegen de avond stapten ze op, alleen maar omdat ze beseften dat de zon al lang was ondergegaan. Ze trilde, terwijl ze haar eerste stappen sinds uren weer buiten de deur zette, hij legde zijn jas en tevens zijn arm over haar schouder. Zo liepen ze samen hun toekomst tegemoet, dacht hij.

Scheurtjes vertoonden zich steeds vaker in hun relatie, die zo snel van start was gegaan. Ze waren samen op vakantie geweest, werden vergeleken met het perfecte koppel en woonden na acht maanden samen. De grote hoop liefde die ze elkaar eerst te bieden hadden, brokkelde langzaam af. Ruzies ontstonden over nutteloze dingen, geïrriteerdheid sloeg zijn slag. Beide hadden de breuk zien aankomen. Op de dag dat hun relatie eindigde regende het, net zoals op de dag van hun begin.

Hij pakte zijn racefiets, net zoals een jaar geleden, zette zijn rode fietshelm op en fietste zo hard als hij kon over de duinen van zijn geliefde dorp. Hij besefte nu pas waar zijn passie lag. Hij was verliefd op zijn vrijheid, omdat deze hem ten alle tijden vreugde gaf.

1 opmerking: