'Waarom praat je?'
En steeds groter wordende leraar staat voor me. 'Nou, zit U meneer, op 24 februari kwam ik ter wereld. Ik heb twee benen gekregen waarmee ik het geluk heb om mee te kunnen lopen. Twee armen waar ik heen en weer mee kan zwaaien, gitaar mee kan spelen, mee kan tekenen, schrijven en typen. Ik heb een paar billen geërfd die mijn zitvlak bedekken, gelukkig maar, dat zit wel net zo lekker. Ik heb twee ogen, waar ik huiswerk (ahumahum) mee kan opnemen tot het leukste concert. Ik heb een creatieve linker-, en een kennis opnemende recherhersenhelft. Ik heb van mijn ouders ook een neus gekregen, ook al lijkt hij meer overeenkomsten te hebben met die van mijn oma. En van mijn mond heb ik er ook helaas maar een. Anders zou ik hem vast en zeker wel gesloten voor U hebben, terwijl ik verder kletste met mijn buurvrouw, ziet U. Jammer genoeg is dat niet het geval en verkoos mijn rechterersenhelft, waarvan ik mijn kennis soms wel eens in twijfel neem, om naar de laaste nieuwtjes te vragen.'
Ik zwijg en kijk in de door een zwaar montuur afgesloten donkere ogen. 'Nou, waarom praat je, komt er nog wat van?' 'Sorry meneer.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten