maandag 5 april 2010

realitieit.

Vingers raakten verstrengeld in elkaar en leken samen te smelten. Hun handen laag en ogen omhoog. Een kleine zij, een grote hem. Samen. Ze werden overspoeld door elkanders liefde. Tijd was hun grootste vijand. Voor ze het wisten, werd het weer donker en moesten ze hun ogen sluiten. Elkaar niet zien was vreselijk, elkaar niet voelen was vreselijk, elkaar niet horen was vreselijk. Ze waren dromers. Elke nacht zagen ze elkaar weer. Rennend door groene grasvelden, heldhaftige daden verrichten, als een indiaantje om een totempaal dansen. En als ze dan wakker werden, deden ze hun azuurblauwe ogen open en namen elkaar weer in de armen. Ze zagen zichzelf in elkaars ogen, zagen zichzelf in elkaar. Ze zagen de avonturen die ze gingen beleven. Ze zagen levenslust. Leven is rennen door de tijd, maar zij maakten hun eigen leven realiteit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten