dinsdag 30 november 2010

Imponderabilia.


Imponderabilia;
omstandigheden waarvan de waarde niet precies aan te geven is, maar die toch hun onmiskenbare invloed laten gelden.

Miriam had het fotootje op de kast van haar grootmoeder al zo vaak gezien. Ze wist wie het was. Ze kende de verhalen. Maar toch kon ze het meisje in de blauwe jurk met grove, blonde krullen niet definiëren. Ze kende haar gedachtes niet, ze kende haar ziel niet, ze kende haar eigenschappen niet. Ze pakte het fotolijstje op, alsof het bij een te harde aanpak zou breken. Alsof het meisje van de foto zou wegdansen. Wegdansen van de foto, de grote wijnvelden in. Alsof ze verstoppertje zou spelen in de bossen achter haar huis. Alsof ze wilde zeggen, pak mijn gedachtes dan als je kan. Miriam liet haar voorzichtig ronddansen in haar vingers. Wat zou ze willen, waar dacht ze aan, van wie was de schaduw die voor witte muiltjes zichtbaar was? Miriam sloot haar azuurblauwe ogen.

Even, het was maar voor even, danste ze samen met het meisje, lachte ze samen met haar. Even wist ze wat het meisje voelde, even was zij het meisje. Even danste ook zij in velden, even speelde ook zij verstoppertje in bossen en ook even liet haar vriend schaduwen achter op de foto van haar. Even wist ze wat voor vrijheid dat meisje had gevoeld, even hunkerde ze er net zo naar als zij.

maandag 29 november 2010

Het mooiste meisje van de klas.


Ze opende haar ogen zonder echt te zien. Na een lange nacht werd ze wakker. Vijftien jaar, het mooiste meisje van de klas, niks vreemds was aan haar op te merken. Totdat ze haar moderne zonnebril van haar neus afpakte en haar opvouwbare witte stok met rode streepjes uit haar tas te voorschijn haalde. Ze wilde zoveel mogelijk zelf doen, ze wilde bewijzen dat ook slechtzienden zelfstandig konden zijn. Ze hield ervan om in haar tuin te lopen. Niemand die haar stoorde of zich aan haar stoorde. Uren kon ze genieten van de bladeren die knisperden wanneer ze erop stapte, de rozengeur die haar neus deed prikkelen en dat ze hier kon lopen zonder bang te zijn om ergens tegenaan te lopen. Toch was ze, zonder goed zicht, niet ongelukkig. Het geluk spatte juist van haar gezicht af. Om haar mond zat altijd een lach gemetseld en in haar woorden klonk haar geluk. Ze hield van haar vader, die ook niet zo goed zag en haar had geholpen om te leren te lopen met haar stok. Ze hield van haar moeder, die haar eindeloos had getroost nadat ze had gehoord dat ze nooit meer zou zien zoals ze altijd had gedaan. Ze hield van haar kleine zusje dat al haar favoriete verhalen had voorgelezen toen ze niet verder dan haar bed kwam. Ze hield van haar vrienden, van het feit dat ze haar niet in de steek lieten, dat ze haar nog steeds opvrolijkten met de meest lieve woorden. Ze vond het fijn dat ze nog steeds zoveel voor hen betekende als zij voor haar betekende. Ze hield ervan hoe er niks veranderd was aan het cupcakejes eten, roddelen en koffie drinken. Doordat ze minder zag, hoorde ze de tranen in de stem van haar vriendinnen wanneer zij het moeilijk hadden. Ze vond het dan fijn om er dan voor diegene te zijn. Het niet zien benadeelde niet haar gedrag, het maakte haar juist sterker, beter, behulpzamer.

Wanneer ze na haar vermoeiende dag in haar bed is gekropen en haar dekbed met roze bloemen om haar heen heeft geslagen, bekijk ik haar. Ik zie haar zoals ik haar altijd heb gezien. Ik zie haar nog steeds als het kleine meisje dat vijftien jaar geleden in mijn armen lag. Ik zie haar de eerste keer op de schommel, ik zie haar op het strand zitten terwijl de wind door haar haren blaast. Ik zie het gelukkige meisje. Ik zie mijn lief kleinkind.

Columnwedstrijd NVBS. 'Zien'

zondag 28 november 2010

Dronken feestmenigte.

dronken feestmenigte,
zonder de fles te hebben gezien.
voeten dansen,
handen binden,
woorden vergaan.

dronken feestmenigte,
dansen in de regen.
roze petjes,
groene pinkpopbandjes,
verbinden ze.

dronken feestmenigte,
spontaniteit.
monden verbinden,
handen strelen,
zonder de fles te hebben gezien.

zondag 14 november 2010

Een hypermoderne Sinterklaas dit jaar.

Uren, dagen, maanden had ze het erover gehad. 'Mam, mama hoeveel nachtjes is het nog slapen totdat Sinterklaas komt met al zijn pieten en zijn pakjes?' 'Dat zijn er nog een heleboel lieverd.' Elke dag weer moest ik haar teleurstellen, zag ik de verdrietige uitdrukking op haar gezichtje.

Dat gevoel dat zij in woorden uitdrukte, herkende ik. Hoe vaak had ik niet aan mijn ouders rok getrokken om haar aandacht te vangen om haar te vragen wanneer Goed heiligman nou kwam? Hoe vaak was ik niet in die tijden naar onder geslopen, op mijn tenen om niemand wakker te maken, om te zien of hij deze nacht wel via de schoorsteen naar onze woonkamer was gekomen. Of de grote peen en de brief met de verlanglijstjes van mijn jongere broertjes en die van mijzelf weg waren en de desbetreffende pakjes ervoor in de plaats waren gelegd. Hoe vaak was ik niet weer naar boven gerend, niet meer denkend aan het feit dat mijn ouders nog wel eens konden slapen om zes uur in de vroege morgen, om mijn broertjes en mijn ouders te wekken. 'Brian, Jonas, papa, mama, Sinterklaas is vannacht geweest!' Met slaapdronken ogen pakte mam Jonas op haar arm en pap nam Brian aan zijn hand, om ze naar beneden naar de met-bakpapier-ingepakte cadeautjes met gouden strik te leiden. Hoe vaak had ik niet geschaterlacht om de grapjes in de brief van Zwarte Piet en was trots met de van Sinterklaas gekregen paarse sloffen de woonkamer door geparadeerd?

'Liefje, weet je wat voor dag het morgen is?' 'Ja mama, morgen is het zaterdag!' 'Ja liefje, dat is het inderdaad, maar morgen, morgen komt' Ik fluisterde haar een naam in haar kleine oor. 'Oja mama, echt waar? Komt morgen Sinterklaas?' Ze schreeuwde het bijna uit, ze lachte met glinsterende ogen. 'Morgen is zijn hele intocht op tv te zien, als je wilt kunnen we hem morgen kijken. Hij begint wel om half acht.' 'Oja mama, mag dat? Toe?'

De volgende morgen haalde ik Lotte uit het bed, maakte een kop koffie voor mezelf en zette de televisie aan. Dieuwertje Blok presenteerde het hele gebeuren en vertelde over de eerdere avonturen van Sinterklaas. Dat hij bijna niet was gekomen, dat de boot vertraging had en dat de hele stad Harderwijk was behangen met gekleurde slingers. Tot mijn verbazing vertelde ze dat ze Sinterklaas net nog had proberen te bereiken op zijn iPhone, maar dat de ontvangst op zee vrij slecht was door de wolkenvelden. Hoofdpiet was ook al niet bereikbaar, maar dat lag eraan dat zijn Blackberry terwijl hij aan het pingen was met de burgemeester van Harderwijk in het water was gevallen, doordat Danspiet in het wilde weg danste terwijl hij de nieuwste iPod met koptelefoon op zijn hoofd had geplant. Op Twitter waren de activiteiten wel al te volgen geweest, Sinterklaas, de Rijmpiet en de Kadopiet hadden de twitterende media al op de hoogte gehouden door middel van een vragenuurtje op Twitter met als hashtag Vraagsint en zouden later die middag ook nog een Twitter interview houden. Verbaasd keek ik naar de zevenhonderd jaar oude Sint, die ik me nog zo goed herinnerde. Deze oude man deelde gerechtigheid uit. 'Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe' was toch een regel uit de velen liedjes over deze Goedheiligman? Tegenwoordig zat onder deze tekst ook nog een housebeat, die de kinderen deed opzwepen en dansen voor de spiegel. De ouderwetse Sinterklaas is al niet meer goed genoeg voor de menigte nu en moet meedoen met de nieste gadgets.
Gelukkig is zijn kenmerkende baard nog niet gemillimeterd naar de laatste trends, heeft hij zijn toga nog niet zo laag hangen dat zijn Björn Borg boxer te zien is en komt hij nog steeds met zijn pakjesboot 13 naar Nederland in plaats van zijn privéjet te nemen.

dinsdag 9 november 2010

Masker.

Ouders complimenteerden haar met haar goede gedrag, haar vrienden beschouwden haar als de grappigste persoon, die ze konden en leraren waren ook altijd gcharmeerd van haar. Iedereeen kende haar van haar goede kanten, niemand had ooit iets slechts over haar gehoord. Glimlach hier, vriendje daar, ze had het allemaal. Iedereen hield van haar, behalve zijzelf.
Wanneer ze voor haar spiegel zat, zag ze een ander meisje dan ze was. Ze leek erop qua uiterlijk, maar vanbinnen broeide er meer dan iemand anders van haar zou verwachten.

Het masker dat ze droeg, begon haar zwaar te vallen. Nooit kon ze zich eens laten gaan, nee, ze bleef altijd tot in de puntjes perfect. Ze zou nooit eens volledig los kunnen gaan, eens voor een keertje de sterren aan de hemel tellen of eens een tegenwoord geven. Ze was ziek van het imago dat ze droeg, dat ze elke keer weer bij meost schafen, totdat iedereen ervan hield. Ze was er moe van om haarzelf te zijn, ze wilde leven, genieten, dromen. Ze wilde niet alles in haar schoot krijgen geworpen, ze wilde vechten, ze wilde haar haar kort laten knippen, zonder dat iemand haar zou tegenhouden. Ze was een eigen persoon, ze was vrij, ze was nog nooit zichzelf geweest.

De spiegel liet steeds meer de binnengehouden tranen zien,
Ze liep naar onder,
waar haar vader genoot van een sigaartje en haar moeder de nieuwe catalogus doorbladerde. Binnen een paar minuten vielen deze beide van hun stoelen af en zakten hun monden open, toen ze hoorden dat zij wilde vechten voor de mensheid, voor de wereld, voor zichzelf.

maandag 8 november 2010

Vriendlief.

Ze keek voetbal op de bank met vriendlief en ze voelde zich gelukkig. Ze wist niet wat er spannend aan was wanneer de een door de ander onderuit werd gehaald (zij voelde eerder medelijden), wat buitenspel nu precies was of wat er nu zo bijzonder was aan nummer 14, die met een verkeerde stap toch nog een goede voorzet gaf. Daar lette ze ook al niet meer op, ze genoot meer van de uitdrukkingen van haar vriend. De verbeten blik waarbij hij zachtjes met zijn tanden op zijn tong beet, de licht zichtbare denkrimpeltjes bij een poging van de tegenpartij en de vreugde uitstralend via zijn ogen, spontane lach en waarbij hij even van de bank afkwam om vervolgens weer neer te ploffen. Ze genoot van zijn zachte, maar intense blikken.
Ze hield ervan hem te obverseren. Haar grote liefde, haar geluksmakerm haar object. Al jaren waren ze samen, geen dag was hetzelfde, ze verschilden net genoeg om des te meer van elkaar te houden. Hij maakte haar gelukkig, hij liet haar stralen, zoals nietmand anders dat kon.
Ze kuste hem onverwachts op zijn wang, dat hem even verwacht deed opkijken, maar ze wist dat haar liefde voor hem groter was dan de lippen die ze op hem drukte.

Gevlochten.

De armbandjes om haar arm rinkelden vrolijk met haar mee. Gekleurde een euro-bandjes, neppe parels met strik, gekregen armbandjes en festivalbandjes. Ze had er een heleboel, droeg er ook een heleboel. Elke morgen weer gooide ze haar overvolle sieradenbakje om op haar bed en wroette tussen de kleuren op zoek naar de juiste. Ze was trouw aan diegene die haar dierbaar waren. Ze pakte een gevlochten op, voor haar waren het niet alleen touwtjes die op een leuke manier gevlochten waren, nee voor haar waren het stukjes geluk, een dagje Amsterdam, lieve familie en herinnneringen in elkaar gevlochten. Voor haar had elk klein ding een btekenins, ze voelde zich verbonden door de kleinste dingen. Ze wist waar ze vandaan kwam en bleef daar trouw aan.