woensdag 31 maart 2010

Een waardevolle schat.

Mijn huis is mijn huis niet meer. De verhuizers lopen op en neer om bepaalde meubels mee te nemen. Toch wil ik niet alles meenemen, ik wil in mijn nieuwe huis opnieuw beginnen. Ik klim op een stoel. Ik wil nog even de kast afstoffen. Mijn vingers botsen op iets hards. Ik ga op mijn tenen staan, en kan zo net over de rand van de kast kijken. Een klein, houten kistje staat ver naar achteren geschoven. Ik balanseer op een been en probeer het doosje te pakkken. Ik strek me uit, rustig trek ik het doosje naar me toe. Ik ga weer op twee benen staan en ga zitten. Ik blaas de stof eraf, en voel het eventjes kriebelen in mijn neus. Hastjoe! Voorzichtig pruts ik aan het slotje, dat er breekbaar uit ziet. Voorzichtig, heel voorzichtig open ik het doosje. En dan herinner ik me het weer.

'Sanne, kom je? Jaaa!' antwoordde ze automatisch. Snel propte ze het overgebleven kermismuntje in haar kistje, haar schatkistje.

Al haar waardevolle dingetjes liggen erin, haar eerste uitgevallen melktandje, kralenkettinkjes die ze had gekregen van oma, een mooie sticker van de juffrouw. Maar ook een rood-wit gestipt lintje, een zwart-wit fotootje en een plastic hangertje in de vorm van een kers. Ik kijk naar de spulletjes, de prulletjes. Hoe oud zou ik zijn geweest, toen ik begon met verzamelen? Vijf, zes jaar?

Ze stonden in een kringetje op het schoolplein. 'Ik heb ook een bruidsschat, net zoals in sprookjes.' Acht paar grote ogen keken haar aan. 'Ja, maar niemand mag het weten', fluisterde ze. 'Niemand weet wat erin zit, alleen ik. En later krijgt iemand anders mijn grote schat.' Ze keek spiedend om zich heen, en haalde toen het doosje uit haar tas. 'Kijk.' Ze opende het doosje, de binnenkant was bekleed met een bloemetjes motief. 'Maar waar zijn dan de schatten?' vroegen de meisjes zich af. 'Die mag niemand nu zien. Die zijn voor mij alleen.' Maar wanneer haar vriendinnetjes hun aandacht alweer verloren hadden, pakte ze snel een mooi blaadje van de grond op. Het had een hartjesvorm.

Ik liet mijn vingers over mijn oude schatten gaan. Wat zou ik hiermee doen? Ik pakte een papiertje en schreef daarop mijn verhaal. Over de schatten, en hoeveel plezier ik er van had gehad aan het terugvinden hiervan. Ik vroeg of de nieuwe bewoners dit ook wilden doen, net zoals die daarna, en die weer daarna in mijn huis kwamen wonen.
Zo vond je de geschiedenis van de bewoners, die allemaal een huis gemeen hadden, samen in één doosje. Ik bekeek mijn spulletjes nog een laatste keer, stopte het papiertje in het doosje, en zette het weer terug op zijn oude plekje.
'Ja hoor, hier ligt ook niks meer dat van mij is. We kunnen gaan!'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten